Druiven voor Amarone en Recioto worden alvorens het persen, gedroogd in plastic kratten of op traditionele bamboematten. De opslagruimte moet goed geventileerd worden om het vocht van de druiven te reduceren.
Dit drogingsproces heet "appassimento" en duurt 100-120 dagen voor de Amarone, voor Recioto duurt het indrogen langer. De druiven verliezen 30 tot 40% van hun oorspronkelijk gewicht en het suikergehalte loopt sterk op, waardoor met gemak een wijn met (wettelijk minimum) 14% alcoholgehalte ontstaat.
In december-januari worden de gedroogde druiven ontdaan van de stelen (destemmed) en zachtjes pneumatisch geperst.
Gistingstemperatuur van 12° tot 23°C.
Maceratie gedurende 35 dagen, waarvan 15 dagen koud.
De wijn wordt voor het verouderen in mei overgebracht in nieuwe 225 liter Franse barrique uit Allier en Nevers en dit voor een periode van 24 maanden.
Er volgt nog een flesrijping van 12 maanden en de wijn komt dan in de handel.